logo
 
 
Algemeen

 

Districtsreglement 2023-2024 District Maastricht e.o. ism district Zuid-Limburg

De landscompetitie (de LC)

Voor de landscompetitie geldt het Wedstrijdreglement Landscompetitie (WRLC) van de KNBB (zie https://www.carambole.nl/organisatie/reglementen-0).  
Hieronder de belangrijkste (veranderde) regels hieruit en enkele aanvullingen die specifiek gelden voor de districten Maastricht en Zuid Limburg.

  • Als een speler in een partij meer dan 10% boven het officiële moyenne heeft gespeeld krijgt deze 3 punten extra. Bij spelers met een onofficieel moyenne worden, zodra het moyenne officieel is vastgesteld (na 4 gespeelde partijen), extra punten die zijn toegekend op basis van de 10%-regeling in eerder gespeelde partijen geschrapt, als deze op basis van het officiële moyenne onterecht toegekend blijken te zijn.
  • In de B1 en B2 geldt een beurtenlimiet van 60 beurten (geldt ook voor bekerwedstrijden). Indien een partij na 60 beurten niet uit is krijgen beide spelers ieder hun behaalde carambolepunten, de speler met de procentueel meest gemaakte caramboles krijgt 1 winstpunt, is het percentage gelijk krijgen beide spelers geen extra punten behorende bijeen gelijkspel. De nabeurt is altijd van acquit.
  • Als een speler de competitie is begonnen met een niet-officieel moyenne, dan wordt na elk van de eerste 4 partijen het moyenne opnieuw vastgesteld. Na de 4e partij wordt het dan berekende moyenne definitief en verder beschouwd als het officiële aanvangsmoyenne.
  • Spelers in een team worden gerangschikt op hun huidig moyenne. Als twee spelers in een team een moyenne in hetzelfde interval hebben, dan mag het team kiezen in welke volgorde ze in een wedstrijd opgesteld worden, elke wedstrijd weer opnieuw.
    Let op dat de volgorde goed op papier en in Biljartpoint wordt ingevuld!
  • Elk team mag maximaal 5 dubbelpartijen spelen met uitzondering van de laatste 4 speelrondes. Daarin zijn geen dubbelpartijen meer toegestaan met uitzondering van onvoorziene omstandigheden en er geen competitievervalsing meer in het geding is. Onvoorziene omstandigheden altijd na overleg en goedvinden van de wedstrijdleider.
  • Tot 6 wedstrijden voor het einde van de competitie mogen wijzigingen van teams worden doorgegeven aan de wedstrijdleider. Vanaf de helft van de competitie mag een team alleen bestaan uit spelers die al vóór de helft van de competitie lid zijn van betreffende vereniging.
  • Het is toegestaan dat een speler in de samenstelling van meer teams voorkomt. Op het moment dat deze teams tegen elkaar spelen mag de speler slechts bij één van de teams worden opgesteld. Bovendien mag deze speler vanaf 5 wedstrijden voor het einde van de competitie nog maar in één van de teams spelen.
  • Een speler moet minimaal 4 partijen gespeeld hebben in een competitie om deel te kunnen nemen aan vervolgwedstrijden (districtsfinale, gewestelijke en nationale finale).

 

De bandstootcompetitie (de BC)

  1. De BC wordt gespeeld met een partijlengte tabel. Als puntentelling wordt uitgegaan van het carambolepuntensysteem.
  2. Indeling in poules van 6 (of 8), waarbij in principe 2x5 wedstrijden worden gespeeld. Bij gelijk eindigen op de eerste plaats van twee of meer teams wordt een beslissingswedstrijd gespeeld. Indien in een poule van 7 of 8 teams de nummers 1 en 2 18 punten of minder van elkaar verwijderd zijn, en zij hebben niet tegen elkaar gespeeld, spelen zij 2 extra wedstrijden tegen elkaar (uit en thuis) als verlengde van de competitie.
  3. Er wordt niet in klassen gespeeld. Alle vier gewone speeldagen, en zo gewenst de zaterdag, staan open voor aanmelding. Is het aantal aanmeldingen op een speeldag dusdanig dat in parallelle poules wordt gespeeld, dan wordt dezelfde systematiek van indeling als bij de LC gehanteerd. Er wordt alleen met 3-tallen gespeeld.
  4. Dubbelpartijen zijn toegestaan tot een maximum van 3 per team.
    Conform CR art 7103 sub 2: Alleen de speler die als laagste is opgesteld, mag de dubbelpartij spelen. Deze partij dient hij te spelen tegen de speler van het andere team die eveneens als laagste is opgesteld. De speler welke de dubbelpartij speelt moet de dubbelpartij 1 interval hoger spelen. Daarna speelt hij zijn eigen partij tegen zijn eigen moyenne.
    Ook grijze spelers mogen opgesteld worden.
  5. De poulewinnaars worden vastgesteld op basis van dezelfde regels als de LC.  Alleen spelers met een officieel gemiddelde mogen meespelen, mits zij 3 wedstrijden hebben gespeeld. Toewijzing halve finale en finale beslist de wedstrijdleider.
  6. Halve finales door de poulewinnaars gebeurt door loting.
    Bij een oneven aantal poules wordt de beste nummer twee toegevoegd, op basis van percentage caramboles.
  7. Verder is het reglement van de Limburgse districten toepasbaar. (Zie beneden)

 

De dagcompetitie (voorheen recreantencompetitie)

  1. Er wordt gespeeld op een vaste speeldag om 13.30 uur.
  2. Als puntentelling wordt het carambolepuntensysteem gehanteerd.
  3. Gestreefd wordt naar een volle competitie van 2*11 wedstrijden; als de poules meer/minder dan 12 teams tellen, zullen aangepaste programma's (verlengde of verkorte programma's) worden gehanteerd. Na 11 weken is de helft van de competitie gespeeld en worden de partijlengtes aangepast.
  4. Biljartkleding is niet verplicht, een effen pantalon met een wit overhemd is gewenst.

De pers. kampioenschappen (PK)

  1. Inschrijving en/of afmelden voor PK kan alleen via de vereniging. Vanaf de sluitingsdatum is inschrijving definitief en kan geen geld terug ontvangen worden. Indien noodzakelijk is inschrijving mogelijk tot een week voor aanvang van voorwedstrijd of finale.
  2. Voorwedstrijden  worden gespeeld op een zaterdag en een zondag: 4 partijen. Bij de indeling in poules worden voor zover mogelijk spelers van een zelfde vereniging in verschillende poules geplaatst en worden zo mogelijk spelers van een vereniging niet in hun eigen lokaal geplaatst.
  3. De voorwedstrijden van alle imperatieve klassen worden toegedeeld aan de lokalen waar ook de finales van de imperatieve klassen worden georganiseerd.
  4. Aan het begin van het seizoen wordt vastgesteld welke verenigingen één of meer finales zullen organiseren. Indien een vereniging niet aan zijn aangegane verplichting wil voldoen, worden alle leden van die vereniging uitgesloten van deelname aan imperatieve PK-wedstrijden voor de duur van 1 jaar.
  5. De districtsfinales worden in principe met 6 personen verspeeld. Door te weinig inschrijvingen kan het met minder.
  6. De 3e klas drieband groot en 3e klas drieband klein kent een maximum van 60 beurten per partij.
  7. Nationale voorwedstrijden worden ook georganiseerd door een vereniging, die de wedstrijdleider en schrijvers moet leveren. Het district zorgt voor maximaal 2 arbiters.
  8. Bij voorwedstrijden wordt per poule een pouleleider aangegeven; de pouleleider regelt het goede verloop tijdens de voorwedstrijden van zijn poule, en zorgt ervoor dat de correct ingevulde en ondertekende partijen bij de wedstrijdleider PK worden afgegeven.
  9. Bij districtfinales is door de vereniging een wedstrijdleider aangesteld. Deze zorgt voor de goede gang van zaken tijdens de finale, voor een correcte indeling van de partijen. De correct ingevulde en ondertekende partijen, waarop aangegeven partijnummer en rondenummer, dienen met het uitslagformulier bij de wedstrijd leider PK te worden afgegeven.
  10. Spelers met een Officieel moyenne zijn spelers die OF een PK moyenne hebben van het vorige seizoen OF een competitie moyenne hebben uit het vorige seizoen. Hebben ze beide moyennes telt het hoogste moyenne als PK moyenne. dit houdt in dat een speler dus kan promoveren naar een hoger gelegen klasse.
  11. Spelers met een Niet Officieel moyenne hebben pas een Officieel PK moyenne na een gespeelde voorronde of finale, OF na een volledig gespeelde competitie.
  12. punt 9 en 10 gelden alleen voor gespeelde wedstrijden bij de KNBB en dus ook voor de Bandstootcompetitie.
  13. AFKORTINGEN
    O : Officieel moyenne -->
    gespeeld in de LC afgelopen seizoen of in de PK afgelopen 2 seizoenen.
    NO : Niet Officieel moyenne -->
    geen LC gespeeld of minder dan 4 wedstrijden afgelopen seizoen en geen PK gespeeld afgelopen 2 seizoenen.
    HD : Halve Degradatie --> behaalde moyenne in de PK wat onder de grens van de desbetreffende klasse ligt. geldt alleen als het competitie moyenne datzelfde seizoen ook onder deze grens ligt.
    D : Degradatie --> 2 jaar achter elkaar een moyenne gespeeld onder de grens van de desbetreffende klasse; Of als men een Niet Officieel moyenne heeft na 1 jaar.
    P : Promotie -->Promotie naar de hoger gelegen klasse het volgend seizoen.
    DP : Directe Promotie --> Directe Promotie naar de hoger gelegen klasse hetzelfde seizoen.
    UP : Uitgestelde Promotie --> Promotie naar de hoger gelegen klasse het volgend seizoen, maar speelgerechtigd in de vervolgronde van de desbetreffende klasse.


Organisatie

  1. Het gehele wedstrijdgebeuren valt onder verantwoordelijkheid van de Technische Commissie, onder voorzitterschap van de wedstrijdleider. In de Technische Commissie hebben in ieder geval de administrateur en de jeugdcommissaris zitting.
  2. In die gevallen waarin dit reglement geen uitkomst biedt, beslist de wedstrijdleider, zo mogelijk in overleg met of na consultatie van de Technische Commissie. 


Administratieve heffingen en sancties

Het WR en het CR geven aan wanneer het district de mogelijkheid heeft om een administratieve heffing op te leggen. Het district zal daarbij de volgende normen hanteren:

Voor alle disciplines :

Indien een speler of team een arbiter moet meenemen, wordt speler dan wel team uitgesloten van verdere deelname, indien hier niet aan voldaan wordt. Zelf schrijven kan indien het wedstrijdschema het toestaat.


Bij de LC en BC :

      1. niet opkomen van een team tijdens een competitiewedstrijd: 2 maal . Bij herhaling 1  maal extra.
      2. onvolledig opkomen  tijdens een competitiewedstrijd: 1 maal. Bij herhaling 1 maal extra.
      3. terugtrekken van een team tijdens de eerste helft competitie: 3 maal.
      4. terugtrekken van een team tijdens de tweede helft competitie: 4 maal.
      5. niet opkomen/terugtrekken bij/voor districtsfinale LC (ook: halve finale en finale BC en halve finale en finale Beker)  zonder kennisgeving 4 maal.
      6. onvolledig opkomen bij districtsfinale LC (alsook halve finale en finale bekerwedstrijden en BC): 3 maal.
      7. wedstrijd te laat ingevoerd op biljartpoint - overmacht daar gelaten. (binnen 48 uur en voor zaterdag 16.00 uur): € 5,00 Wanneer dit aan het einde 1e helft of einde seizoen gebeurd: € 15,00.
      8. gegevens in Biljartpoint verkeerd ingevoerd, formulieren onduidelijk, onvolledig, onjuist en/of verbeterd:  € 5,00  per feit. Bij het vervalsen ervan 5 maal en aan beide teams worden geen punten toegekend.
      9. Onjuist invullen gegevens in Biljartpoint: € 5,00
      10. niet gerechtigde speler: 1 maal / een interval verhoging.
      11. niet uitspelen van een partij: 1 maal. Speler blijft op dat moment op het aantal gemaakte caramboles staan en de tegenstander (mits niet schuldig) ontvangt maximaal aantal punten.
      12. 2 spelers boven bovengrens: 1 maal / beide spelers met een interval verhogen.
      13. spelen in verkeerde volgorde: beide spelers met een interval verhogen.
        Bij de PK:
      1. niet opkomen/wel afmelden voorwedstrijden: 3 maal.
      2. niet opkomen/niet afmelden voorwedstrijden: 5 maal.
      3. te laat opkomen bij voorwedstrijden: 1 maal.
      4. te laat komen bij finale: 2 maal (wanneer reserve speler door wedstrijdleider is ingezet, betekent dat uitsluiting van betreffende speler)
      5. niet leveren arbiter/schrijver bij nationale voorwedstrijden, per speeldag: 1 maal
      6. het niet spelen dan wel niet uitspelen van een wedstrijd, waarbij speler al dan niet aanwezig is: 5 maal de bondscontributie.
      7. niet opkomen/wel afmelden districtsfinale: 3 maal.
      8. niet opkomen/niet afmelden districtsfinale: 5 maal.
      9. Bij het vervalsen van formulieren: 5 maal de bondscontributie

Het vermelde aantal betekent bij de LC/BC: aantal keren de bondscontributie; bij de PK betekent het aantal keren het  inschrijfgeld.

Algemeen :

niet aanwezig zijn bij de Jaarvergadering met kennisgeving : € 15,00    
niet aanwezig zijn bij de Jaarvergadering zonder kennisgeving : € 30,00

 

naar boven

Reglement onderlinge wedstrijden Limburgse districten

Ladycup

  • Voor de Limburgse finale Ladycup worden de deelneemsters opgeven aan de hand van de behaalde resultaten in de districtsfinale Dames Libre 2e klasse. Deze resultaten zijn gelijk aan de resultaten zoals die doorgeven worden voor de Gewestelijke finale.
  • Bij een gelijk aantal matchpunten in de eindstand is het percentage caramboles bepalend voor de rangschikking.
  • De Limburgse finale Ladycup staat in principe gepland in het 1e weekend van juni, maar de datum kan eventueel op de onderlinge vergadering voorafgaand aan het betreffende seizoen aangepast worden.
  • Afspraak: Organiserend district: 3 afv., Grootste district 3 afv. kleinste district 2 afv.

Jeugdbokaal

  • vervallen

 

Bandstoten teams

  • • Om het aanvangsmoyenne te bepalen dienen nieuwe spelers vier testpartijen te spelen van 30 beurten elk. Het algemeen moyenne dat hieruit voortkomt is het aanvangsmoyenne voor de bandstootcompetitie.
  • • Een speler die deelneemt aan de bandstootcompetitie dient minimaal 3 wedstrijden in de reguliere bandstootcompetitie (poulewedstrijden) gespeeld te hebben, wil hij/zij deel kunnen nemen aan de kampioenswedstrijden voor de poule (klasse)finale, afvaardigingswedstrijden en de Limburgse finale.
  • • Nieuwe spelers worden herzien volgens de in het WRLC opgenomen bepalingen. Het moyenne van nieuwe spelers kan maximaal 1 interval worden verlaagd.
  • • Tijdens de bandstootcompetitie worden spelers niet herzien. Herziening vindt plaats vóór het spelen van beslissings- en finalewedstrijden dus de spelers spelen deze beslissings- en finalewedstrijden in het district met het aangepaste moyenne en dit moyenne geldt ook voor de wedstrijden in de Limburgse finale, dus spelers worden voor de Limburgse finale niet meer aangepast. Herziening van het moyenne kan alleen maar naar boven. Het eindmoyenne van de reguliere competitie (zonder beslissings- en finalewedstrijden in hun district en Limburgse finale) geldt als aanvangsmoyenne voor het nieuwe seizoen.
  • • De afzonderlijke districten mogen een eigen intervaltabel gebruiken, tijdens de Limburgse finale geldt de overeengekomen Limburgse intervaltabel.
  • • De Limburgse finale Bandstoten teams staat in principe gepland in het 2e weekend van juli, maar de datum kan eventueel op de onderlinge vergadering voorafgaand aan het betreffende seizoen aangepast worden. • Afvaardiging voor de Limburgse finale: organiserend district 2 afvaardigingen, beide andere districten 1 afvaardiging.

Roulatieschema

  • Voor de organisatie van de betreffende finales is een roulatieschema opgesteld.

De besturen van de districten Venlo e.o., Zuid-Limburg en Maastricht.                                   
Gewijzigd 1 maart 2024

Reglementen KNBB vereniging carambole:

klik hier

 

naar boven